Vandaag is de sluiting van Ford Genk aangekondigd. Di Rupo (in een Duitse Audi A8) en Kris Peeters (in een Duitse Mercedes) zijn op het moment van schrijven onderweg, maar zij zullen daar niets aan kunnen veranderen. De fabriek sluit en 15.000 man staan straks op straat (incl. toeleveringsbedrijven).
Waarom valt er niets aan te doen? Wel, ten eerste, de overheid kan de nationale industrie niet beschermen tegen import en delokaliseringen. Ten tweede, de overheid kan niet tussenkomen in de beslissingen van multinationals. Ten derde, de overheid kan de nationale markt niet verplichten tot nationale productie af te nemen.
Ten vierde, de overheid kan niet alsnog het roer omgooien, want dan gaat ze in tegen haar eigen wetten en die van de Europese Unie. Allebei beëdigd door alle grote partijen, vooral door de N-VA en haar neoliberale pro-EU ideologie.
De onderwerping aan de regels van de Europese Unie als neoliberaal dogma maakt onze industrie onmogelijk. En ondertussen leggen landen zoals China en de Verenigde Staten wel protectionnistische maatregelen op die hun nationale industrie beschermen. En wanneer Duitsland dat doet, dan kan men dat tot in onze hoogste politieke kringen niet eerlijk vinden, zij laten hun bevoorrechte positie als het enige industrieland in Europa niet los.
Dat is de realiteit. En de belofte van een sociaal Europa is net zo'n grote leugen als de contracten die de werknemers en de overheid met de bazen van Ford hadden gesloten.